Tour audio Het Merovingisch grafveld van Engelmanshoven
2 sights
- Aperçu de l'audioguide
-
Aperçu de l'audioguide
In 1953 werd er hier een waardevolle archeologische ontdekking gedaan. De eerste archeologische opgraving vond plaats in 1953. Vervolgens werd het onderzoek verdergezet in 1954 en 1955. Tijdens deze opgravingen werden zestig graven blootgelegd. Aan de hand van de aangetroffen grafgiften konden de graven gedateerd worden en weten we dat ze uit de periode tussen de zesde en de zevende eeuw komen.
Het beeld van de Vroege Middeleeuwen als een duistere en onrustige periode klopt niet. Archeologisch zijn de Vroege Middeleeuwen één van de rijkste perioden uit onze geschiedenis. Het was in deze periode immers het gebruik om overledenen in hun graf te voorzien van sieraden, wapens en andere gebruiksvoorwerpen. Hierdoor is er heel veel materiaal bewaard gebleven, met een duidelijke relatie tot de man, de vrouw of het kind dat begraven werd. De Merovingische grafvelden zijn meestal heel groot en lange tijd in gebruik geweest. De grafgiften hadden er vaak al een hele wereldreis opzitten. De Merovingers maakten immers deel uit van een uitgebreid handelsnetwerk.
Het Merovingisch grafveld was gelegen op een heuvel in de noordelijke hoek van Engelmanshoven, aan de Bosstraat achter Engelmanshovenbosch. De heuvel had een sterke helling die naar een beekje liep. De Romeinse weg situeert zich twee kilometer noordwaarts van de site. De locatiekeuze voor de aanleg van het grafveld is niet willekeurig. Van in de prehistorie lijkt de mens aangetrokken te zijn tot locaties die op de een of andere manier sporen van menselijke activiteit uit het verleden hebben nagelaten. Dat blijkt zelfs bijzonder het geval geweest te zijn voor de vroegmiddeleeuwse samenleving. Vaak gaat het om duidelijke nog fysiek aanwezige resten, zoals ruïnes van Romeinse villa’s waarbinnen graven werden bijgezet, of grafheuvels uit de metaaltijden, die opnieuw in gebruik werden genomen als begraafplaats. Naast de graven uit de Merovingische periode werden op de site in Engelmanshoven ook resten van een nederzetting uit de IJzertijd aangetroffen.
De site werd in het verleden ontgonnen als zandkuil en door deze ontginningswerken kwamen dan ook de graven in 1953 toevallig aan het licht. Twee evenwijdig lopende grachten hebben een aantal graven vernield. Bij bijna de helft van de graven waren er sporen van plundering en er waren ook graven die door de ontginning van de zandgroeve vernield zijn geweest.
Tussen de vijfde en het einde van de zevende eeuw wordt de overledene aangekleed en samen met persoonlijke voorwerpen begraven. Er worden ook giften zoals kommen in aardewerk, glas of metaal, sieraden, wapens en soms offergaven in de vorm van voedsel, in het graf gelegd. Op het einde van de zevende eeuw worden de overledenen vaker zonder voorwerpen begraven als gevolg van de opkomst van het Christelijke geloof.
Door de zandige grond waren de skeletten grotendeels vergaan. Alleen in de graven 1, 4, 8 en 31 waren de resten te herkennen. In de zevenentwintig graven die in aanmerking kwamen voor datering, werden het aardewerk en het glazen vaatwerk, alsook de wapens en de sieraden chronologisch onderzocht. De grote meerderheid behoort tot de zesde eeuw. Enkele objecten kunnen in de overgangsjaren van de zesde tot de zevende eeuw en een minderheid in de zevende eeuw gedateerd worden.
De algemene oriëntering van de kuilen was zuidwest-noordoost en ze lagen min of meer in rijen. Grote rijengrafvelden zijn zeer typisch voor de vroege middeleeuwen en geven de indruk van een geordende samenleving.
De begravingen geven ons een beeld van de idealen van deze periode. Zo worden mannen in hun graf voorgesteld als krijger, ruiter en feestvierder met wapens, rijtuigen en glazen, terwijl vrouwen eerder voorgesteld worden als goede huisvrouw met sleutels, hakmessen en kistjes. Zowel mannen als vrouwen worden begraven met symbolen van uiterlijke verzorging zoals kammen, pincetten, kledingspelden en gespen. Aan de hand van de wapens werden eenentwintig graven aan mannen toegeschreven en aan de hand van de kralen werden negen vrouwengraven bepaald. Twee kindergraven konden herkend worden aan de afmetingen van de kisten of graven: graf 1 was van een jong meisje en graf 4 vermoedelijk van een jongen. De tanden in graf 1 wijzen op een ouderdom van vier tot acht jaar. In tien graven werden geen grafgiften gevonden en twintig bijzettingen konden niet in aanmerking komen voor de toeschrijving aan een man of aan een vrouw.
In een derde van de graven waren aflijningen van houten kisten zichtbaar en in graf 8 sporen van dwarsbalken. Het kindergraf 4 (jongen) bezat twee in elkaar geplaatste kisten, waarvan de bodems komvormig waren en op uitgeholde boomstammen kunnen wijzen.
Alle archeologische vondsten van het Merovingisch grafveld van Engelmanshoven worden momenteel in het depot van het Gallo-Romeins Museum te Tongeren bewaard.
- 1 Het Merovingisch grafveld van Engelmanshoven
-
Aperçu de l'audioguide
In 1953 werd er hier een waardevolle archeologische ontdekking gedaan. De eerste archeologische opgraving vond plaats in 1953. Vervolgens werd het onderzoek verdergezet in 1954 en 1955. Tijdens deze opgravingen werden zestig graven blootgelegd. Aan de hand van de aangetroffen grafgiften konden de graven gedateerd worden en weten we dat ze uit de periode tussen de zesde en de zevende eeuw komen.
Het beeld van de Vroege Middeleeuwen als een duistere en onrustige periode klopt niet. Archeologisch zijn de Vroege Middeleeuwen één van de rijkste perioden uit onze geschiedenis. Het was in deze periode immers het gebruik om overledenen in hun graf te voorzien van sieraden, wapens en andere gebruiksvoorwerpen. Hierdoor is er heel veel materiaal bewaard gebleven, met een duidelijke relatie tot de man, de vrouw of het kind dat begraven werd. De Merovingische grafvelden zijn meestal heel groot en lange tijd in gebruik geweest. De grafgiften hadden er vaak al een hele wereldreis opzitten. De Merovingers maakten immers deel uit van een uitgebreid handelsnetwerk.
Het Merovingisch grafveld was gelegen op een heuvel in de noordelijke hoek van Engelmanshoven, aan de Bosstraat achter Engelmanshovenbosch. De heuvel had een sterke helling die naar een beekje liep. De Romeinse weg situeert zich twee kilometer noordwaarts van de site. De locatiekeuze voor de aanleg van het grafveld is niet willekeurig. Van in de prehistorie lijkt de mens aangetrokken te zijn tot locaties die op de een of andere manier sporen van menselijke activiteit uit het verleden hebben nagelaten. Dat blijkt zelfs bijzonder het geval geweest te zijn voor de vroegmiddeleeuwse samenleving. Vaak gaat het om duidelijke nog fysiek aanwezige resten, zoals ruïnes van Romeinse villa’s waarbinnen graven werden bijgezet, of grafheuvels uit de metaaltijden, die opnieuw in gebruik werden genomen als begraafplaats. Naast de graven uit de Merovingische periode werden op de site in Engelmanshoven ook resten van een nederzetting uit de IJzertijd aangetroffen.
De site werd in het verleden ontgonnen als zandkuil en door deze ontginningswerken kwamen dan ook de graven in 1953 toevallig aan het licht. Twee evenwijdig lopende grachten hebben een aantal graven vernield. Bij bijna de helft van de graven waren er sporen van plundering en er waren ook graven die door de ontginning van de zandgroeve vernield zijn geweest.
Tussen de vijfde en het einde van de zevende eeuw wordt de overledene aangekleed en samen met persoonlijke voorwerpen begraven. Er worden ook giften zoals kommen in aardewerk, glas of metaal, sieraden, wapens en soms offergaven in de vorm van voedsel, in het graf gelegd. Op het einde van de zevende eeuw worden de overledenen vaker zonder voorwerpen begraven als gevolg van de opkomst van het Christelijke geloof.
Door de zandige grond waren de skeletten grotendeels vergaan. Alleen in de graven 1, 4, 8 en 31 waren de resten te herkennen. In de zevenentwintig graven die in aanmerking kwamen voor datering, werden het aardewerk en het glazen vaatwerk, alsook de wapens en de sieraden chronologisch onderzocht. De grote meerderheid behoort tot de zesde eeuw. Enkele objecten kunnen in de overgangsjaren van de zesde tot de zevende eeuw en een minderheid in de zevende eeuw gedateerd worden.
De algemene oriëntering van de kuilen was zuidwest-noordoost en ze lagen min of meer in rijen. Grote rijengrafvelden zijn zeer typisch voor de vroege middeleeuwen en geven de indruk van een geordende samenleving.
De begravingen geven ons een beeld van de idealen van deze periode. Zo worden mannen in hun graf voorgesteld als krijger, ruiter en feestvierder met wapens, rijtuigen en glazen, terwijl vrouwen eerder voorgesteld worden als goede huisvrouw met sleutels, hakmessen en kistjes. Zowel mannen als vrouwen worden begraven met symbolen van uiterlijke verzorging zoals kammen, pincetten, kledingspelden en gespen. Aan de hand van de wapens werden eenentwintig graven aan mannen toegeschreven en aan de hand van de kralen werden negen vrouwengraven bepaald. Twee kindergraven konden herkend worden aan de afmetingen van de kisten of graven: graf 1 was van een jong meisje en graf 4 vermoedelijk van een jongen. De tanden in graf 1 wijzen op een ouderdom van vier tot acht jaar. In tien graven werden geen grafgiften gevonden en twintig bijzettingen konden niet in aanmerking komen voor de toeschrijving aan een man of aan een vrouw.
In een derde van de graven waren aflijningen van houten kisten zichtbaar en in graf 8 sporen van dwarsbalken. Het kindergraf 4 (jongen) bezat twee in elkaar geplaatste kisten, waarvan de bodems komvormig waren en op uitgeholde boomstammen kunnen wijzen.
Alle archeologische vondsten van het Merovingisch grafveld van Engelmanshoven worden momenteel in het depot van het Gallo-Romeins Museum te Tongeren bewaard.
Commentaires
Téléchargez l'appli gratuite izi.TRAVEL
Créez vos propres visites audio!
L'utilisation du système et de l'appli de guide mobile est totalement gratuite
