Schrijnwerker
Dit is het huis van de schrijnwerker, de meubelmaker van de stad. Hij is vernoemd naar een meubelstuk dat iedereen heeft, de schrijn, oftewel een kist. Daarnaast maakt hij natuurlijk ook tafels, krukken, banken, stoelen en wandrekken. Hij maakt dus de meubels, en voor de versieringen werkt hij vaak samen met de hout- en been bewerker. Hij maakt zo min mogelijk gebruik van spijkers, ook wel nagels genoemd. IJzer is namelijk erg duur. Meubels zijn dus allemaal gemaakt met houtverbindingen en beenderlijm. Beenderlijm is gemaakt van bot, en door het een tijdlang op een exacte temperatuur te houden krijgt het een goede hechtkracht.
Een schrijnwerker werkt alleen op bestelling. Vaak kent hij het huis van de klant en hij weet welk formaat het meubel moet krijgen. Deze maten onthoudt hij door een knoop te leggen in een touwtje. Er zijn wel maatvormen zoals de el en de duim maar die maten verschillen per stad, daarom is een touwtje veel betrouwbaarder.
De schrijnwerker koopt hout in voor zijn opvolger en het hout dat hij gebruikt voor zijn meubelen is dus ingeslagen door zijn voorganger. Je moet het hout namelijk een aantal jaren laten liggen om zeker te weten dat het uitgewerkt is en dus niet gaat kromtrekken bijvoorbeeld. Dit huis heeft dus een etage, maar die etage wordt enkel gebruikt voor de opslag van het hout. Hij wordt nooit timmerman genoemd, de timmerman maakt namelijk huizen en dat is dus een heel ander ambacht.
Wil je meer horen over het leren van ambachten in de Middeleeuwen, klik dan op nummer 16.
Download de gratis izi.TRAVEL app
Maak eigen audiogidsen!
Het gebruik van het systeem en de app is gratis
