Maurits Cornelis Escher, Relativiteit, 1953.
Eschers wiskundige en onmogelijke onderwerpen zijn uniek en worden vanaf
de jaren ‘50 dan ook gretig gebruikt in wetenschappelijke publicaties, en ook vandaag de dag zien we op veel middelbare scholen Eschers werk terug om lastige theorieën te illustreren. Tot zijn eigen verbazing worden zijn werken ook erg geliefd onder hippies en popsterren. Tegenwoordig laten veel mensen een werk van Escher in inkt vereeuwigen als tatoeage.
De houtsnede “Relativiteit” is gebaseerd op zo’n onmogelijk object. Je kunt het eigenlijk blijven draaien zonder dat het ‘op z’n kop’ staat. We zien mannetjes dezelfde trap belopen, alleen loopt de een naar boven en de ander naar beneden. Dit heeft Escher heel goed uitgedacht en hij heeft er duidelijk plezier in om met onze manier van kijken te spelen. Hij zoekt in deze gravure de grenzen van onze logica op.